Een collega van mij probeerde laatst gewichtig het belang van enkele bedrijfsprocedures duidelijk te maken. Want, zo klonk het vervaarlijk: “Mocht er ooit iets aan de knikker komen …” En zeg nu zelf, natuurlijk zit niemand te wachten op stront aan de knikker. Maar pindakaas, modder of shampoo is toch minstens zo vervelend?

 

Met een andere collega zat ik in de auto op de snelweg toen we een file dreigden in te rijden. Mijn collega stelde me gerust dat die file “daar meestal geen lang leven beschoren is.” Typisch, want ‘geen lang leven beschoren’ heeft meestal juist een negatieve betekenis van ‘geen lang leven gegund’ en ‘te snel beëindigd’. In het geval van een file is het uiteraard juist hoe korter hoe beter. Gelukkig was de boodschap duidelijk (en waar); geen reden tot klagen dus.

 

Ook ontelbare spreekwoorden zónder variatie leiden soms tot gefronste wenkbrauwen. Neem nu “Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding.” Daar valt wat voor te zeggen, maar waarom zou voor een man juist het tegenovergestelde gelden? Kleren maken immers de man, zo luidt een ander spreekwoord. Laten we het er maar op houden dat het, aap of man, niet al goud is dat blinkt …