Een zwak of regelmatig werkwoord is een werkwoord waarbij de klinker gelijk blijft in de verleden tijd. (De klinker is als het ware te 'zwak' om te veranderen.) Bij zwakke werkwoorden wordt de verleden tijd gevormd door -de(n) of -te(n) achter het 'hele werkwoord min -(e)n' te zetten: spelen – speelde – gespeeld, dansen – danste – gedanst. Zie ook sterk werkwoord.
Zoektips
In het blok 'Zoeken in de Schrijfwijzer' kun je een zoekterm intypen. Daarna klik je op Enter of op het vergrootglas.
Bij woordgroepen kun je ook zoeken door enkele aanhalingstekens te gebruiken. Bijv.: 'knip en plakwerk'. Je krijgt dan alleen de resultaten van de combinatie van deze woorden te zien, niet van de woorden afzonderlijk, in dit geval: 'knip-en-plakwerk'.