Een bijzin is een 'deelzin' die afhankelijk is van een hoofdzin. Een voorbeeld: Jan zei dat hij ziek was. Het gedeelte 'Jan zei' is de hoofdzin, het gedeelte 'dat hij ziek was' is de bijzin. In een bijzin staat, in tegenstelling tot in een hoofdzin, altijd een zinsdeel tussen het onderwerp en de persoonsvorm. (Een uitzondering vormen de ingebedde citaten: Jan zei "Ik ben ziek.")
Zoektips
In het blok 'Zoeken in de Schrijfwijzer' kun je een zoekterm intypen. Daarna klik je op Enter of op het vergrootglas.
Bij woordgroepen kun je ook zoeken door enkele aanhalingstekens te gebruiken. Bijv.: 'knip en plakwerk'. Je krijgt dan alleen de resultaten van de combinatie van deze woorden te zien, niet van de woorden afzonderlijk, in dit geval: 'knip-en-plakwerk'.