Het zinsdeel waarin de persoon staat die belang heeft bij de werking van het werkwoord. Dit zinsdeel is doorgaans het antwoord op de vraag "Aan/Voor wie + persoonsvorm + onderwerp + lijdend voorwerp + eventuele andere werkwoorden." Dus: Aan wie heeft hij een bloemetje gegeven? met als antwoord de zin Hij heeft haar een bloemetje gegeven. Het meewerkend voorwerp wordt ook wel indirect object genoemd.
Zoektips
In het blok 'Zoeken in de Schrijfwijzer' kun je een zoekterm intypen. Daarna klik je op Enter of op het vergrootglas.
Bij woordgroepen kun je ook zoeken door enkele aanhalingstekens te gebruiken. Bijv.: 'knip en plakwerk'. Je krijgt dan alleen de resultaten van de combinatie van deze woorden te zien, niet van de woorden afzonderlijk, in dit geval: 'knip-en-plakwerk'.


